ik weer zal zingen, zing ik voor een kind alleen Kinderen zijn de vlinders en de bloemen om ons heen Als ik weer zal zingen, zing ik voor een kind alleen
alsof Ik bepeins vaak hoe jij naast mij lag En een met mij was, nacht en dag En waarom jij door het lot werd weggerukt En ik hier bleef, alleen Alleen
ons weet dat nog Waar zijn al de bloemen toch, van lang geleden Waar zijn al de meisjes toch, waar zijn ze nu Waar zijn al de mannen toch, alles lang
Het begon zo gewoon 'k Nam de trein met mijn zoon Want dat wou ie zo graag Waar ik als kind had gewoond Moest een keertje vertoond En dat was in Den Haag